Krijgt de QA-afdeling niet langzamerhand een waterhoofd?

De gemiddelde omvang van een QA-afdeling is de laatste jaren flink toegenomen. Steeds meer QA-professionals studeren af. En het aantal QA-vacatures groeit gestaag. Goed nieuws zou je zeggen, voor professionals zoals ik die het QA-vak een warm hart toedragen. Maar mij bekruipt de vraag: krijgt de QA-afdeling niet langzamerhand een waterhoofd?

Natuurlijk is de groeiende aandacht voor kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid te begrijpen. Wet- en regelgeving worden steeds meer aangescherpt. Als haast vanzelf volgen daarop de extra audits en nieuwe certificeringen. De standaard reflex is ‘dat er dan nog maar weer iemand bij moet op de QA-afdeling’. En dat de regels en processen in de organisatie weer worden aangepast aan de nieuwe actualiteit.

Voor welke kwaliteit staan we zelf?

De vraag is of je door het steeds weer ‘bijbenen’ van de regels en die groeiende QA-afdeling adequaat bezig bent. Je verliest immers als bedrijf je autonomie, door je keer op keer over te leveren aan de vermeend strenger wordende buitenwereld. MT’s die die wedloop binnen hun bedrijf definitief een halt willen toeroepen doen er goed aan zichzelf de vraag te stellen: voor welke kwaliteit gaan en staan we eigenlijk zélf? Wat is onze eigen, intrinsieke motivatie? En hoe zorgen we er daarmee voor dat we onze kwaliteitsdoelstellingen blijvend waarmaken? Vandaag, morgen en in de toekomst? Daarbij is het essentieel om te beseffen dat er op alle afdelingen kansen liggen om kwaliteit succesvol te managen en te borgen. Anders gezegd: kwaliteit behoort niet alleen maar tot het domein van de QA-afdeling. 

Kleine QA-afdeling, meer QA bij medewerkers

Tijd dus om de QA-afdeling opnieuw uit te vinden. Wat is de primaire rol en functie van de QA-afdeling? Welke QA-professionals en welke skills heb je werkelijk aan boord van de QA-afdeling nodig om structureel je beoogde kwaliteit en veiligheid te waarborgen en aan alle regels te voldoen? Kun je theoretici en dossierkenners niet beter inhuren, alleen op de momenten dat zij nodig zijn? En essentieel: durf je kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid toe te vertrouwen aan teams in bijvoorbeeld productontwikkeling, inkoop, operations en sales? Want daarmee wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijkse werk van mensen, hun motivatie en hun alertheid. Bovendien levert het meer efficiency op: niemand zit te wachten op productiestops en afgekeurde producten vanwege kwaliteitsissues. Iedereen wil dat producten in één keer goed gemaakt worden. Tegen de juiste specificaties, volgens alle geldende regels en tegen zo laag mogelijke kosten. Laten we QA daarom niet vormen naar het ideale theoretische model. Laten we de QA-afdeling compact houden. Dat kan als je mensen op alle essentiële afdelingen verantwoordelijkheden geeft die tot hun normale werk gaan behoren. En door in te zetten op hun motivatie en trots.

QA is geen ‘moetje’ maar een basishouding

Ik heb over dit onderwerp regelmatig boeiende discussie met bedrijven, collega’s en vakgenoten. Daarbij rijst regelmatig de vraag: als je bepaalde QA-rollen toebedeelt aan medewerkers, krijgen zij dan niet te veel op hun bordje? Ikzelf denk van niet. QA is geen verplichting, geen ‘moetje’, maar een houding. Ik ben benieuwd naar jouw visie. Ben je het met me eens? Of is het gewoon mijn mooie droom om met een kleine QA-afdeling de kwaliteit en voedselveiligheid te kunnen garanderen?

 

Door: Lisette Holst

Associate Senior Consultant ARV Group

Bron: ARV Group - partner FoodPro Network

Laatste nieuws